----------------------------------------------------------------------- FLANDRA ESPERANTO LIGO ELDONIS C. Piron Gerda malaperis vortlisto woordenlijst Nederlands La^u traduko de la Loka Esperanto Grupo Esperanto 2000, Leuven, 1989 INLEIDING : Hierna vind je de woorden uit 'Gerda malaperis' van Claude Piron, gerangschikt per hoofdstuk. Tevens vind je vertalingen van de voornaamste uitdrukkingen. We geven niet alle Nederlandse vertalingen van elk woord, alleen de belangrijkste. Voor meer details verwijzen we naar 'Nederlands-Esperanto-Nederlands' (drs. Middelkoop) en 'Plena Ilustrita Vortaro'. Ook de voorbeelden, die de spraakkunst verduidelijken, zijn tot een minimum herleid. Ze geven op zich geen idee van de mogelijkheden van de spraakkunst van het Esperanto. Sommige woorden, als ja of plu zijn zeer moeilijk weer te geven in het Nederlands. Hun precieze betekenis zal je slechts leren naarmate je ze in verschillende teksten ontmoet. In het tweede deel staan de woorden alfabetisch gerangschikt. Dit kan je gebruiken om het hoofdstuk te vinden waar het woord voorkomt, maar ook om na te gaan of je de vertalingen al kent. Naast 'Gerda malaperis' is er 'Lasu min paroli plu'. Naast elk hoofdstuk van 'Gerda malaperis' vind je daar een of twee teksten, die dezelfde woordelementen gebruiken. Zo leer je de woorden in het gebruik, terwijl je ook de rijkdom van de internationale taal leert kennen en waarderen. ----------------------------------------------------------------------- 1 (UNU) al naar, aan alta hoog, rijzig angulo hoek bela mooi blonda blond demandi vragen demando vraag diri zeggen ebla mogelijk eble misschien en in esti zijn fakte feitelijk, inderdaad fakto feit granda groot ho o! iri gaan, lopen jen ziedaar, kijk jes ja juna jong kaj en kara lief, dierbaar kio wat kiu wie, welke ; die, dat (betr.) knabo jongen knabino meisje kun met la de, het labori werken li hij mi ik mondo wereld multa veel multe veel, zeer ne neen, niet, geen nenio niets nova nieuw nu nu, wel nun nu, thans nur slechts, alleen, pas okazi gebeuren, plaatsvinden (la) plej (het) meest restoracio restaurant rigardi (be)kijken, beschouwen saluton gegroet scii weten sed maar serioza ernstig, serieus sidi zitten sincera oprecht sola alleen, enig speciala speciaal, bijzonder spegulo spiegel studento student tiu die, dat tro te, te veel, te zeer tuta geheel tute helemaal universitata universitair universitato universiteit veni komen vera waar, echt vere waarlijk, echt ver^sajna waarschijnlijk ver^sajne waarschijnlijk vi jij, U, jullie viro man virino vrouw -o (substantief) -a (adjectief) -e (bijwoord) -as (tegenwoordige tijd, indicatief) -u (imperatief of aanvoegende wijs) MAL- (tegengestelde) malalta laag malserioza lichtzinnig, wuft -INO (vrouwelijk geslacht) knabino meisje studentino studentin Let op de drie functies van KIU: - - zelfstandig vragend voornaamwoord: Kiu estas Einstein? - Wie is Einstein? Kiu scias? - Wie weet? Kiu laboras? - Wie werkt? - - bijvoeglijk vragend voornaamwoord: Kiu knabo scias? - Welke jongen weet? Welk is de jongen die weet? En kiu universitato li laboras? - In welke universiteit werkt hij? - - betrekkelijk voornaamwoord: La viro, kiu rigardas - De man die kijkt La universitato, en kiu li laboras - De universiteit, in dewelke (waarin) hij werkt La knabo, al kiu vi demandas - De jongen, aan wie je vraagt ----------------------------------------------------------------------- 2 (DU) agi handelen, te werk gaan alia ander bona goed bone goed certa zeker certe zeker ^cu ? (maakt zin vragend), of (onderschikkend) diable! verduiveld! diablo duivel direkti richten, besturen direkto richting, leiding diskreta discreet, bescheiden dum gedurende, terwijl ej! he! ho! forta sterk halti stilstaan, halt houden i^gi worden ili zij (meervoud) inter tussen io iets iom een beetje, een zekere hoeveelheid iom post iom beetje bij beetje iomete een (klein) beetje ke dat (voegwoord) kvaza^u alsof, als het ware lia zijn mano hand mistera raadselachtig, mysterieus mistero mysterie montri tonen, laten zien nature natuurlijk naturo natuur ni wij pala bleek, vaal paroli spreken peti vragen, verzoeken plu verder, meer, langer ne plu niet langer, niet verder pordo deur post achter, na prava gelijk hebbend, juist, gegrond prave terecht pravi gelijk hebben proksima dicht bij rapida snel, vlug reveni terugkomen se indien, als stari staan stranga vreemd, raar strange vreemd ^si zij (enkelvoud) ^sia haar taso kop(je) tre zeer, erg turni draaien, wenden ulo individu, persoon vidi zien voli willen -I^GI (worden, in een toestand komen) ili proksimi^gas ze komen naderbij li stari^gas hij staat op, hij gaat staan -N (lijdend voorwerp) li vidas vin hij ziet u li vin vidas vin li vidas vi vidas lin jij ziet hem vi lin vidas lin vi vidas RE- (terug, weer, nog eens) reforti^gi zijn kracht weervinden, weer sterk worden revidi terugzien, weerzien -ULO (individu, persoon) fortulo krachtpatser, een sterke junulo jongeling NOTA : In uitroepen gebruikt men in het Esperanto altijd een bijwoord (-e), nooit een adjectief (-a) : ^Cu vi venas ? Nature! - Kom jij ? Natuurlijk! ^Cu li laboras ? Evidente! - Werkt hij ? Vanzelfsprekend! Li haltas! Strange! - Hij stopt! Eigenaardig! ----------------------------------------------------------------------- 3 (TRI) ami liefhebben amo liefde anka^u ook li aspektas kiel studento hij ziet eruit als een student ^si aspektas juna zij ziet er jong uit aspekto uitzicht bonan tagon goeiedag ^ce bij de van, door (bij passief) deklari verklaren deklaro verklaring amdeklaro, deklaro de amo, deklaro pri amo liefdesverklaring esprimi uitdrukken grava belangrijk gravi belangrijk zijn ne gravas het hindert niet, niet belangrijk tio ne gravas dat hindert niet, dat doet niets ne tio gravas het is niet dat wat telt, niet dat is belangrijk ^gi hij, zij, het (alleen dieren of zaken) jam al, reeds kiel hoe, zoals kompreneble begrijpelijk, vanzelfsprekend kompreni begrijpen, verstand hebben van, weten te pardoni vergeven permesi toestaan pli meer povi kunnen, mogen povo macht, vermogen preferi verkiezen, de voorkeur geven aan pri over, aangaande, betreffende saluti (be)groeten simpla eenvoudig spiono spion sur op tablo tafel tago dag tamen toch, echter tio dat (zelfst.) tuj dadelijk viza^go gezicht, gelaat -EBLA (mogelijk) komprenebla begrijpelijk nevidebla onzichtbaar videbla zichtbaar -I (infinitief) kompreni estas pardoni begrijpen is vergeven la povo kompreni het vermogen om te begrijpen la volo agi de wens om te handelen -IS (verleden tijd, indicatief) li venis hij kwam, hij is gekomen mi estis ik was ^si komprenis ze begreep -J (meervoud) viroj mannen virinoj vrouwen belaj tagoj mooie dagen junaj viroj jonge mannen Het persoonlijk voornaamwoord ^GI wordt gebruikt als het gaat om een ding, een abstract begrip of een dier van onbepaald geslacht. Men kan het ook gebruiken voor kleine kinderen als men niet wil aangeven of het om een meisje of een jongen gaat. Tiu viro estas juna, li estas juna - Die man is jong, hij is jong Tiu studentino estas rapida, ^si estas rapida - Die studentin is snel, zij is snel Tiu laboro estas grava, ^gi estas grava - Dat werk is belangrijk, het is belangrijk Tiu tablo estas alta, ^gi estas alta - Die tafel is hoog, ze is hoog ----------------------------------------------------------------------- 4 (KVAR) afero zaak, aangelegenheid anta^u voor anta^ue vooraan arto kunst deziri wensen do dus, toch ekzisti bestaan fako vak ideo idee instrui onderwijzen kiam wanneer, toen komuniki meedelen koni kennen konsenti toestemmen, goedvinden, het eens zijn konsideri beschouwen, overwegen kripta geheim, cryptisch kripta^jo tekst in geheimschrift kripta^jo-scienco cryptografie, wetenschap van geheimschriften kriptografio cryptografie lerni leren lingvo taal lingvistiko taalwetenschap, lingu"istiek malpli minder mesa^go boodschap neniam nooit nomo naam oni men por voor, om te profesoro leraar, professor rilati betreffen, aangaan, in betrekking staan, zich verhouden scienco wetenschap respondi (be)antwoorden, verantwoordelijk zijn sekreta geheim sekreto geheim temo thema, onderwerp temi handelen over temas pri het gaat over ne tute niet helemaal tute ne helemaal niet mi ne tute komprenas ik begrijp niet helemaal mi tute ne komprenas ik begrijp helemaal niet -A^JO (concrete zaak of uiting van gevoel) nova^jo nieuws, nieuwtje okaza^jo voorval, gebeurtenis stranga^jo eigenaardige handeling of feit amika^jo vriendendienst ----------------------------------------------------------------------- 5 (KVIN) absurda absurd ankora^u nog ankora^u ne nog niet atenti opletten, aandacht schenken (aan) atento aandacht atentu! let op! cetere overigens, trouwens ^ci (nabijheid), hier tiu ^ci deze (hier) ^ci tiu = tio ^ci dit (hier) ^ci tio = tie ^ci hier ^ci tie = da (verbindt hoeveelheid en het ding waarvan dat een hoeveelheid is) dramo toneelstuk, drama drogo gedroogde kruiden, drug evidenta klaarblijkelijk, vanzelfsprekend eta klein for weg, verwijderd (het weg-zijn of het weg-gaan : toestand - actie) havi hebben imagi zich verbeelden iu iemand, een of andere ka^si verbergen normala normaal ofta veelvuldig ofte dikwijls paro paar peco stuk plena vol plene ten volle, volledig po^so zak (in kledingstuk) promeni wandelen pulvoro poeder, gruis sekundo seconde subita plots subite plotseling, opeens substanco stof, substantie sukcesi slagen sukero suiker super boven ^sajni schijnen tiam toen, dan tie daar tiel zo unu 'e'en EK- (begin of kortstondigheid van een handeling) ekiri vertrekken ekscii te weten komen eksidi gaan zitten -ET- (diminutief, verkleining of verzwakking) beleta aardig, mooi kompreneti min of meer begrijpen virineto vrouwtje FOR- (verwijdering, afstand) foresti weg zijn foresto afwezigheid foriri vertrekken, weggaan -UJO (bevattend voorwerp, land, fruitboom) sukerujo suikerpot -N (lijdend voorwerp, cfr. 2) mi konas tiun junan viron = tiun junan viron mi konas - ik ken die jonge man tiun viron ne konas mi - ik ken die man niet tiu viro ne konas min - die man kent mij niet kiu vidis lin ? - wie zag hem ? kiun vidis li ? - wie zag hij ? la viro, kiun rigardis la knabino - de man, naar wie het meisje keek la viro, kiu rigardis la knabinon - de man, die naar het meisje keek -US (voorwaardelijke wijs) se mi konus lin, mi irus - als ik hem zou kennen, zou ik gaan mi dezirus demandi vin - ik zou u willen vragen li neniam sukcesus - hij zou nooit slagen se vi nur povus kompreni ! - als je maar kon begrijpen ! ----------------------------------------------------------------------- 6 (SES) amba^u beide a^udi horen bruo lawaai decidi beslissen, besluiten devi moeten diskuti discussi"eren, van gedachten wisselen fali vallen kafo koffie koridoro gang, zijstrook meti zetten, leggen, plaatsen observi waarnemen pensi denken perdi verliezen resti (over)blijven riski riskeren, wagen risko risico sama zelfde tempo tijd timi vrezen, bang zijn voor trankvila gerust, kalm ^cu li iras ? - gaat hij ? ^cu li iru ? - moet hij gaan ? wil je dat hij gaat ? ^cu li irus ? - zou hij gaan ? kion mi diras ? - wat zeg ik ? kion mi diru ? - wat moet ik zeggen ? wat wil je dat ik zeg ? li promenis en la ^gardeno - hij wandelde in de tuin li promenis en la ^gardenon - hij wandelde de tuin in la taso falis sur la tablo - de kop (die op de tafel was) viel op de tafel la taso falis sur la tablon - de kop (die elders was, vb. in mijn hand) viel op de tafel ----------------------------------------------------------------------- 7 (SEP) almena^u tenminste apena^u nauwelijks a^utoritato gezag, autoriteit bati slaan doktoro doctor, dokter dormi slapen fari maken, doen flegi verplegen, zorgen voor flegisto verpleger flegistino verpleegster ^gis tot, totdat ^gusta juist, precies informi inlichten kapo hoofd komforta comfortabel, gemakkelijk konscii zich bewust zijn konscio bewustzijn koro hart kuraci genezen, behandelen (in geneeskunde) kuracisto geneesheer, dokter ku^si liggen memori zich herinneren, onthouden ol dan (na vergrotende trap) opinii beschouwen als, menen opinio mening piedo voet, poot pozicio positie, stand houding semajno week sendi zenden, sturen unue ten eerste, in de eerste plaats vivi leven voki roepen -ISTO (beroep) instruisto onderwijzer laboristo werkman, arbeider -OS (toekomende tijd, indicatief) ^cu vi venos ? kom je ? (zal je komen ?) mi estos ik zal zijn -N (bepaling zonder voorzetsel : tijd, duur, maat, waarde, ...) mi restis tie unu semajnon - ik bleef daar 'e'en week ^gi estas unu metron alta - het is 'e'en meter hoog li venis la postan tagon - hij kwam de volgende dag ----------------------------------------------------------------------- 8 (OK) atendi (ver)wachten a^u of (neven-schikkend) a^uto auto a^utomato automaat balda^u weldra, spoedig bu^so bus, autobus ^cambro kamer ^car want, omdat ^ciaokaze in elk geval destino bestemming, lot e^c zelfs ekster buiten (voorzetsel) ekstere buiten (bijwoord) eksteren naar buiten el uit helpi helpen korpo lichaam kruro onderbeen, poot longa lang mem zelf, vanzelf memserva zelfbedienings- (memserva restoracio zelfbedienings-restaurant, cafetaria) nokto nacht pa^si stappen, lopen pa^so pas, stap per door, door middel van, met ru^ga rood sekvi volgen senti voelen servi dienen si zich suspekti verdenken tien daarheen tomato tomaat tra door, doorheen, via urbo stad vespero avond -EJO (plaats) legejo leeszaal (lego^cambro leeskamer) lernejo school li a^utas en la urbo - hij rijdt met de auto in de stad (rond) li a^utas en la urbon - hij rijdt met de auto (van buiten de stad) de stad in li a^utas tie - hij rijdt daar rond met de auto li a^utas tien - hij rijdt naar daar met de auto ^si mem diris ^gin - zij zelf zei het e^c ^si diris ^gin - zelfs zij zei het ^si diris ^gin al si - zij zei het tegen zichzelf li amis ^sin - hij beminde haar li amis ^sian flegistinon - hij beminde haar verpleegster li amis lin - hij beminde hem li amis lian flegistinon - hij beminde zijn (van iemand anders) verpleegster li amis sin - hij beminde zichzelf li amis sian flegistinon - hij beminde zijn (eigen) verpleegster Vier manieren om te zeggen : "Ik zal daarheen gaan met de auto" : 1. mi tien iros a^ute 2. mi tien iros per a^uto 3. mi tien iros en a^uto 4. mi tien a^utos ----------------------------------------------------------------------- 9 (NA^U) administra administratief administri administreren, beheren ajn dan ook, ook maar (bij correlatieven) amiko vriend bani baden, wassen bani sin zich baden blua blauw dika dik epoko tijdperk generacio generatie grasa vet, dik haro haar homo mens kelka(j) enige, enkele kial waarom kie waar klaso klas, klasse kompati medelijden hebben met kredi geloven lasi laten, toelaten loko plaats meze de te midden van mezo midden minuto minuut muro muur neniu niemand, geen enkele ofico ambt, betrekking oficejo kantoor, bureau okulo oog okupi bezetten okupi^gi (pri) zich bezig houden met provi proberen ronda rond rondo een gezelschap, (vrienden)kring sana gezond sen zonder sveni bezwijmen, flauw vallen tradicio traditie, overlevering trovi vinden tu^si aanraken ur^ga dringend vorto woord zorgi zorgen, zorg dragen, bezorgd zijn zorgo zorg -AD- (langdurige of herhaalde handeling, substantief uit werkwoord) li paroladas hij spreekt langdurig, hij geeft een voordracht parolado voordracht la penso de gedachte la pensado het denken, het denkproces li rigardis hij keek li ekrigardis hij keek op li rigardadis hij keek lange tijd -ARO (groep, verzameling) vortaro woordenboek la studentaro de studenten-schare la kuracistaro het medisch korps la homaro de mensheid -INDA (de moeite waard, waardig) aminda beminnenswaar-dig, waard bemind te worden havinda waard te hebben, begerenswaard (havebla beschikbaar) kompatinda beklagenswaar-dig, arm vidinda bezienswaardig (videbla zichtbaar) -ITA (passief verleden deelwoord) farita gedaan, gemaakt perdita peco verloren stuk ni estas informitaj wij zijn ingelicht SEN- zonder senkora harteloos, zonder hart senforta krachteloos senhelpa hulpeloos senkompate onbarmhartig la respondo estis longa - het antwoord was lang la respondado estis longa - het antwoorden duurde een lange tijd kien ajn vi iros, mi sekvos vin - waar je ook heen zal gaan, ik zal je volgen mi faros kion ajn vi diros - ik zal doen wat je zal zeggen, wat het ook is li diras ion ajn - hij zegt zomaar wat iru ien ajn - ga om 't even waarheen ----------------------------------------------------------------------- 10 (DEK) aventuro avontuur dan^gero gevaar danki (be)danken ege enorm, extreem ema (al) geneigd (tot) emi (al) geneigd zijn (tot), neigen (tot) facila gemakkelijk fidi vertrouwen fu^si verknoeien reciproke wederkerig, de een de ander silenti zwijgen silento stilte, rust sinjoro (mijn)heer ^sati waarderen, aardig vinden unua eerste -EG- (vergroting of versterking) belega prachtig bonega excellent laboregi zwoegen treege extreem, heel erg urbego grootstad -EMA (neiging tot) agema bedrijvig, actief, ondernemend dormema slaperig parolema babbelziek timema vreesachtig MIS- (verkeerd, mis-) miskompreni verkeerd begrijpen miskompreno misverstand mispa^si een misstap begaan mispa^so misstap ni vidas nin reciproke = ni vidas unu la alian - we zien elkaar ili amas sin reciproke = ili amas unu la alian - ze beminnen elkaar ili amas sin - ze beminnen (elk) zichzelf mi amas lin - ik bemin hem mi ^satas lin - ik vind hem aardig mi ^satas kafon - ik hou van koffie mi amas kafon - ik ben verlekkerd op koffie ----------------------------------------------------------------------- 11 (DEK UNU) afabla vriendelijk akcepti aannemen, ontvangen aldoni toevoegen aran^gi regelen, ordenen, organiseren banala banaal, afgezaagd bonvoli gelieven, wel willen bonvolu aub., wees zo goed ^ciam altijd dankon dank u ne dankinde niet te danken, geen dank entute al bij al, alles wel beschouwd fermi sluiten fini be"eindigen, afmaken funkcii functioneren ^geni hinderen, storen igi doen, maken, laten kontenta tevreden kiel eble plej zo ... mogelijk (vb. zo groot mogelijk) konsentite afgesproken, akkoord, goed malfermi openen maniero manier manki ontbreken mekaniko mechanica, werktuigkunde miksi (ver)mengen miri zich verwonderen motoro motor objekto voorwerp oportuna geschikt, doelmatig ordo orde panei panne hebben ripari herstellen ripeti herhalen sa^ga wijs seka droog tia zo'n, zulk trovi^gi zich bevinden turni sin al zich richten tot veturi rijden, varen -ANTE (actief tegenwoordig deelwoord) ni diskutis promenante - we discussieerden al wandelend laborante, li silentis - werkend zweeg hij = tijdens het werken zweeg hij vi lernos la lingvon parolante ^gin - je zal de taal al sprekend leren (= door ze te spreken) In het Nederlands omschrijft men het actief tegenwoordig deelwoord dikwijls met een bijzin. -ILO (middel, werktuig) laborilo werktuig, gereedschap dormigilo slaapmiddel veturilo voertuig -IGI (doen, maken, laten, in een toestand brengen) sciigi meedelen, in kennis stellen starigi oprichten, stellen (vb. vraag) venigi ontbieden, doen komen plifortigi versterken plibeligi mooier maken saniga gezond makend / houdend malsaniga ziek makend / houdend trankviliga kalmerend, geruststellend maltrankviliga verontrustend Tio igis ^sin bela - dat maakte haar mooi La laboro igis lin sa^ga - het werk maakte hem wijs Tio igos min paroli - dat zal me doen praten Liaj vortoj igis min kompreni, ke ... - Zijn woorden lieten me verstaan dat ... Se entute li komprenos - als al bij al hij het begrijpt Mi min demandas, ^cu ili entute ekzistas - ik vraag me af, of ze wel bestaan ----------------------------------------------------------------------- 12 (DEK DU) a^ceti kopen akvo water apud naast, nabij brando brandewijn ^cio alles denove opnieuw doloro pijn doni geven duone half eksplodi ontploffen, losbarsten fra^ulino (me)juffrouw glaso (drink)glas ^gemi zuchten heziti aarzelen ja zeker, immers, wel kiom hoeveel klara helder, duidelijk kvankam hoewel, ofschoon lar^ga breed, wijd la^u volgens, langs morti sterven plezuro plezier polico politie porti dragen, brengen pripensi overdenken ricevi ontvangen, krijgen se^go stoel soifi dorst hebben soifo dorst sufi^ca voldoende tiom zoveel trinki drinken AL- (aan-, naar) alveni aankomen aliri gaan naar, aanpakken (van probleem) alporti aanbrengen alparoli toespreken kapjesi = kap + jes + i - ja-knikken scivola = sci + vol + a - nieuwsgierig klarigi = klar + ig + i - verhelderen, duidelijk maken pliklarigi = pli + klar + ig + i - verduidelijken, duidelijker maken surviza^ge = sur + viza^g + e - op het gelaat facila laboro - licht werk facile labori - licht / gemakkelijk werken la laboro estas facila - het werk is licht labori estas facile - werken is gemakkelijk / licht estas facile labori - het is gemakkelijk / licht te werken estas bone lerni la lingvon - het is goed de taal te leren estas dezirinde ripari la a^uton - het is gewenst de auto te herstellen estas nediskrete fari tiun demandon - het is indiscreet die vraag te stellen estas klare, ke li devos veni - het is duidelijk, dat hij (zal) moet(en) komen estus sa^ge, ke li venu kun ni - het zou wijs zijn, dat hij met ons mee zou komen mi ne povas ^gin porti, ^gi ja estas tro granda - ik kan het niet dragen, het is immers te groot li certe venos, li ja tre deziras vin vidi - hij zal zeker komen, hij wil immers vurig je zien vi ja scias, ke ni ne povus - je weet immers dat we niet zouden kunnen ; je weet maar al te best dat ... jes ja ! - maar ja ! ----------------------------------------------------------------------- 13 (DEK TRI) absorbi in beslag nemen beda^uri betreuren centro centrum, middelpunt da^uri (voort)duren da^urigi voortzetten, vervolgen ekzemplo voorbeeld feli^ca gelukkig feli^ce gelukkig forgesi vergeten ^gentila beleefd ^goja blij hotelo hotel ie ergens interesa interessant interesi interesseren, belang inboezemen internacia internationaal komenci (ion) (iets) beginnen konato kennis, bekende koncerni betreffen, aangaan krome bovendien kutimi gewoon zijn momento moment, ogenblik nacia nationaal nacio natie, volk nekonato een onbekende perfekta volmaakt persono persoon peza zwaar preciza nauwkeurig, precies proponi voorstellen, een voorstel doen rajti het recht hebben te, mogen rakonti vertellen ridi lachen rimarki opmerken simila dergelijk, gelijkaardig stulta dom ^sofori (voertuig) besturen ^soforo chauffeur, bestuurder teatro schouwburg vojo weg, route koncerne ...n - wat betreft ... koncerne vian proponon - wat uw voorstel betreft kiom koncernas min - voor zover het me aangaat, wat mij betreft ----------------------------------------------------------------------- 14 (DEK KVAR) aero lucht brako arm domo huis du twee esperi hopen fantomo geest, schim fenestro raam fenestrokovrilo (venster)luik horo uur humuro humor iam ooit, eens infano kind kampo akker, veld kanti zingen kovri bedekken krii schreeuwen, roepen kuri (hard)lopen kura^go dapper laca moe la^uta luid libera vrij, onbezet lito bed ludi spelen lumo licht malanta^u achter mar^si marcheren, lopen monto berg movi bewegen muskolo spier nek ... nek ... noch ... noch ... nenie nergens patro vader plendi klagen plori wenen, huilen pura schoon, rein, zuiver roko rots sinsekve achtereenvolgens situacio situatie, toestand soni klinken, geluid maken, slaan (van klok) suno zon ^slosi sluiten, op slot doen ^slosilo sleutel ^stono steen varma warm veki wekken vo^co stem -ATA (passief tegenwoordig deelwoord) amata die men (op dit moment) bemint (amita die bemind geweest is) konata die men kende, gekende rigardata die men (nu) bekijkt starigata die men aan 't oprichten is la farata laboro - het werk dat men aan 't doen is (la farita laboro - het werk dat gedaan is) la sekvata homo - de man die men volgt (la sekvita homo - de man die men gevolgd heeft) -ECO (abstract begrip, eigenschap, toestand) amikeco vriendschap libereco vrijheid unueco eenheid vireco mannelijkheid -INTA (actief verleden deelwoord) aminta die bemind heeft laborinta die gewerkt heeft, gewerkt hebbend lacega heel vermoeid, uitgeput, op (-eg- versterkend) laciga vermoeiend (-ig- in toestand brengen) mi movas ^gin - ik beweeg het ^gi movi^gas - het beweegt (zelf) li komencas la rakonton - hij begint het verhaal la rakonto komenci^gas - het verhaal begint mi vekas lin - ik wek hem li veki^gas - hij wordt wakker elliti^gi (= i^gi el (la) lito) - het bed uitkomen ----------------------------------------------------------------------- 15 (DEK KVIN) bon^sanca = bon + ^sanc + a gelukkig, een buitenkansje hebbend cent honderd ^cefa hoofd-, voornaamste ^cokolado chocolade dek tien dek kvar veertien dekstra rechter (<-> linker) devoji^gi = de + voj + i^g + i (van de weg) afwijken dol^ca zoet, lieflijk, zacht flanko kant, zijde, flank frue vroeg hiera gisteren kvar vier kvardek veertig kvardek kvar vierenveertig magazeno magazijn, winkel mateno ochtend meblo meubel nazo neus pano brood papero papier plano plan plenplena stampvol po^sto post raporti rapporteren, verslag uitbrengen raporto verslag sako zak, tas speco soort sporto sport strato straat ^sanco kans tasko taak, opgave, huiswerk teo thee vendi verkopen ----------------------------------------------------------------------- 16 (DEK SES) a^ca lelijk atmosfero atmosfeer, dampkring bonkora goedhartig bruna bruin biero bier finfine uiteindelijk, alles bijeen fojo keer, maal flugi vliegen furioza woedend, razend gratuli gelukwensen grupo groep hundo hond je (voorzetsel met onbepaalde betekenis) om, tot, van, ... ^jus zo ven, zopas kato poes kelnero kelner kia hoedanig, wat voor 'n, welk soort koko hoen, haan koloro kleur krom behalve kuko koek kune samen kvin vijf man^gi eten menuo menu mil duizend milito oorlog militservo militaire dienst muziko muziek na^u negen noti noteren numero nummer ok acht plafono plafond plato plaat (van metaal, glas, steen) pse^udo pseudo- reala re el, werkelijk rompi breken, gebroken worden salato sla, slaatje (laktuko kropsla) soldato soldaat supo soep telero bord tri drie turka Turks vesti kleden -A^C- (pejoratief, lelijkheid) doma^co krot rida^ci grijnzen ^cevala^co knol (^cevalo paard) -IDO (afstammeling, kind van) kokido kuiken kokino kip kokideto kuikentje kokida^jo kuikenvlees katido kattejong katino kat (vr.) hundido hondejong hundino teef mil na^u cent okdek kvar - 1984 dek du mil - 12.000 kvincent kvindek kvin - 555 krom li alvenis ankora^u du - behalve hij kwamen nog twee anderen aan neniu venis krom li - niemand kwam behalve hij li ^jus foriris - hij vertrok net, hij is juist weggegaan mi ^jus finis - ik ben net klaar kiu (duidt op een identiteit) kia (duidt op een eigenschap, een type, een soort) Kiu li estas ? Jozefo - Wie is hij ? Jozef Kia li estas ? Bonkora - Hoe is hij ? Goedhartig Kiun romanon vi a^cetis ? "Milito kaj paco" de Tolstoj - Welke roman kocht je ? "Oorlog en vrede" van Tolstoj Kian romanon vi a^cetis ? Polican - Welk soort roman kocht je ? Een politieroman Merk op dat okazo drie betekenissen heeft : 1. gebeurtenis 2. geval 3. gelegenheid ----------------------------------------------------------------------- 17 (DEK SEP) aperi verschijnen deksepa zeventiende dua tweede edzo echtgenoot frato broer gardi bewaren, bewaken sin gardi oppassen historio geschiedenis, verhaal honesta eerlijk, fatsoenlijk ia 'e'en of ander jaro jaar jarcento eeuw kapti pakken, vangen konduki besturen (van voertuig), geleiden kontroli controleren krimo misdaad kvara vierde lasta laatste marko merk(teken), zegel mono geld motivo motief pla^ci behagen, bevallen preska^u bijna pro wegens problemo probleem, vraagstuk ri^ca rijk rolo rol (in toneelstuk) sep zeven ser^ci zoeken solvi oplossen suko sap ^stele zoals een dief, sluipend ^steli stelen tipo type tria derde uzi gebruiken GE- (beide geslachten samen) gefratoj broers en zusters gepatroj ouders gesinjoroj dames en heren Jozefo edzi^gis J. trouwde (werd echtgenoot) An^gela edzini^gis A. trouwde (werd echtgenote) Jozefo kaj An^gela geedzi^gis - J. en A. trouwden (werden echtgenoot en echtgenote) -ANO (lid, bewoner, volgeling, deelnemer) parizano Parijzenaar policano politieman urbano stedeling samurbano bewoner van dezelfde stad ----------------------------------------------------------------------- 18 (DEK OK) anta^u longe lang geleden aparato toestel baki bakken bezoni nodig hebben brakhorlo^go polshorloge dokumento document elporti uithouden, naar buiten brengen filo zoon frukto vrucht hejmo thuis hejme thuis hejmen naar (t)huis horlo^go horloge ^jeti gooien, werpen kasedo cassette legi lezen letero brief malsata hongerig malsati honger hebben obei gehoorzamen obstina koppig oran^go sinaasappel pasi voorbijgaan, overgaan plumo veer, pluim pomo appel preni nemen principo principe, grondbeginsel promesi beloven radio straal, radio sata verzadigd senigi je io (igi sen io) ontdoen van, beroven serpento slang skribi schrijven suferi lijden ^san^gi (iets) veranderen, wijzigen ^san^gi^gi veranderen (zelf) ^siri (iets) scheuren terura verschrikkelijk, ontzettend tial daarom li alvenis anta^u unu jaro - hij kwam een jaar geleden aan li foriris anta^u tri tagoj - hij vertrok drie dagen geleden mi venos post du semajnoj - ik zal over twee weken komen li revenos post unu jaro - hij zal over een jaar terugkomen la tempo pasas - de tijd gaat voorbij mi pasigas la tempon - ik breng de tijd door la leterportisto jam pasis - de brievenbesteller ging reeds voorbij mi pasigis unu jaron en Parizo - ik bracht een jaar door in Parijs ili pasis sur tiu strato - zij kwamen door die straat pasigu al mi la sukeron = transdonu al mi la sukeron - geef me de suiker door Uitdrukkingen : li venis pasintan semajnon - hij kwam vorige zaterdag mi ^san^gis la vestojn - ik veranderde van kleren ----------------------------------------------------------------------- 19 (DEK NA^U) Voor hoofdstuk 19 moet je geen nieuwe woorden leren ----------------------------------------------------------------------- 20 (DUDEK) amatoro liefhebber a^uskulti (be)luisteren bonvena welkom celo doel ^ciu ieder(een), elk digna waardig diversa verscheiden, verschillend dubi twijfelen emo neiging esplori onderzoeken esploro onderzoek (we-tenschappelijk) kisi kussen kondi^co voorwaarde malkovri ontdekken necesa nodig nigra zwart onklo oom prezenti voorstellen, aanbieden salti springen savi redden senstre^ca ontspannen, zon-der spanning seruro slot ses zes stre^ci (in)spannen, opwinden sub onder teni (vast)houden sin teni zich gedragen sinteno houding, gedrag traduki vertalen trans aan de overkant van verda groen viziti bezoeken -ANTO (persoon die ..., nu of zonder tijdsaanduiding) vizitanto bezoeker leganto lezer -INTO (persoon die ..., in het verleden) kaptinto hij die gevangen heeft, kidnapper (na de kidnapping) savinto redder (na de redding) ----------------------------------------------------------------------- 21 (DUDEK UNU) adia^u vaarwel alpreni aannemen, adopteren botelo fles Budho Boedha detalo detail elito elite enami^gi verliefd raken filozofio filosofie foto foto harmonio harmonie indiki aanwijzen, aanduiden islamo Islam jen ... jen ... nu eens ... dan weer ... judo jood katolika katholiek kolbaso worst kopio kopie lakto melk lando land libro boek membro lid morala moreel, zedelijk naski baren naski^gi geboren worden ortodoksa orthodox persekuti vervolgen popolo volk protestanta protestant religio godsdienst sindonema opofferings-gezind societo vereniging, gezelschap ^stato staat trezoro schat valori waard zijn valoro waarde ----------------------------------------------------------------------- 22 (DUDEK DU) aresti arresteren aviadi vliegen (met vliegtuig) aviadilo vliegtuig bando bende, schare bileto biljet danci dansen difini defini"eren, bepalen familio gezin, familie firma stevig flughaveno luchthaven gardostari op wacht staan haveno haven hodia^u vandaag insulo eiland kaverno grot konstante onophoudelijk kosti kosten lui huren maro zee morga^u morgen multekosta duur pagi betalen parto deel prepari voorbereiden, klaarmaken regiono streek rimedo (hulp)middel signalo sein, signaal supre(n) (naar) boven malsupre(n) (naar) onder ^sipo schip temperaturo temperatuur tendo tent tero aarde, grond vetero weder voja^gi reizen -ECA (zoals een ..., met de eigenschap van een ...) infaneca kinderlijk ru^geca roodachtig soleca eenzaam ----------------------------------------------------------------------- 23 (DUDEK TRI) angla Engels desegni tekenen desegno tekening ilo werktuig kavo holte, kuil kies wiens, waarvan kofro koffer kontra^u tegen, tegenover korko kurk, kurken stop literaturo literatuur protekti beschermen signo teken telefono telefoon tiri trekken 'Wiens' : La knabo, kies patron vi vidis - de jongen wiens vader je zag La familio, kies monon ili ^stelis - de familie wier geld ze gestolen hebben La amiko, kies brandon vi tute trinkis - de vriend wiens brandewijn je helemaal uit dronk Maar ook : La knabo, pri kiu ni parolas - de jongen over wie we spraken La ^stelistoj, el kiuj kelkaj venis ^ci tien - de dieven van wie er enkele naar hier kwamen Kies libro ^ci tiu estas ? - Wiens boek is dit ? ----------------------------------------------------------------------- 24 (DUDEK KVAR) apliki toepassen biblioteko bibliotheek ^cesi ophouden defendi verdedigen fundo bodem ^generale algemeen ^gisfunde grondig hazardo toeval hospitalo ziekenhuis influo invloed injekti inspuiten institucio instelling justa rechtvaardig kirurgio chirurgie koncerna desbetreffend konsisti bestaan (uit) konstati vaststellen materio materie, stof metodo methode monato maand muzeo museum narkoanalizo narcoanalyse operacio operatie pa^go bladzijde praktiko praktijk privata particulier proksimume ongeveer renkonti ontmoeten renkonti^gi (kun iu) (iemand) tegenkomen respekti eerbiedigen sankta heilig solena plechtig spirito geest studi (be)studeren Vatikano Vaticaan ----------------------------------------------------------------------- 25 (DUDEK KVIN) Dio God estimi hoogachten farti gesteld zijn, 't maken insisti aandringen inviti uitnodigen kadro omlijsting, kader kolego collega komenti toelichten, commentaar leveren op kurso cursus organizi organiseren paperujo portefeuille pluraj verscheidene rifuzi weigeren stato staat, toestand, gesteldheid teksto tekst Kiel vi fartas ? - hoe maak je het ? Mi fartas bone - ik maak het goed -----------------------------------------------------------------------